bekend bij familie & vrienden
Veenhuizen: Maatschappij der weldadigheid.
(bijgewerkt t/m maart 2022).
Maatje Kaashoek & Cornelis Beeke, met hun kinderen Katharina, Adriana en Willem
Izak Page
Maria Moeliker
Jan van Agteren (Achteren)
HET LEVEN VAN EEN KOLONIST.
Wie
door
het
gemeentebestuur
van
zijn
woonplaats
was
uitgekozen
om
als
kolonist
naar
Veenhuizen
te
gaan,
moest
zich
in
Amsterdam
melden.
Van
daaruit
vertrok
twee
keer
per
week
een
beurtschip
naar
Blokzijl,
aan
de
overkant
van
de
Zuiderzee.
Met
dit
schip
konden
de
kolonisten
meevaren.
In
de
haven
van
Blokzijl
stapten
zij
over
op
een
platbodem
die
hen
naar
Steenwijk
bracht. Daar stonden ossenwagens klaar voor de laatste etappe, door het ruige, lege Drentse land naar Norg.
Bij
aankomst
kregen
de
kolonisten
een
kledingpakket
met
onder
meer
een
blauw
uniform,
hemden,
borstrokken,
klompen
en
schoenen.
Daarna
konden
ze
hun
intrek
nemen
in
hun
nieuwe
huis.
De
kolonisten
die
gewend
waren
aan
een
leven
in
armoede
in
kleine,
bedompte
optrekjes
zullen
niet
geweten
hebben
wat
hen
overkwam
bij
het
binnengaan
van
hun
nieuwe
huis.
De
woning
van
4,5 bij 4,5 meter bestond uit een woonkamer en twee slaapkamers met bedsteden en was volledig ingericht. In de schuur stond gereedschap klaar, waarmee de mannen direct aan de slag konden.
Want
er
moest
hard
gewerkt
worden.
In
de
zomermaanden
luidde
er
om
vijf
uur
een
bel
op
het
terrein
ten
teken
dat
de
kolonisten
op
moesten
staan.
Een
uur
later
verzamelden
zij
zich
en
trokken
het
veld
in.
’s
Winters
mochten
ze
een
uur
langer
slapen.
Voor
hun
werk
ontvingen
ze
stukloon,
een
vast
bedrag
voor
bijvoorbeeld
het
omspitten
van
een
roede
grond,
het
maken
van
takkenbossen
of
–
later
–
het
aantal
gestoken
turven.
Hierdoor
ontstonden
er
inkomensverschillen
tussen
de
kolonisten.
Naast
de
gemeenschappelijke
arbeid,
bebouwde
de
kolonist
het
perceeltje grond achter zijn huis.
De
vrouwen
leerden
spinnen
in
een
spinnerij
op
het
terrein.
Als
ze
deze
vaardigheid
onder
de
knie
hadden,
kregen
ze
een
spinnewiel
waarmee
ze
met
hun
kinderen
thuis
wol
konden
spinnen.
Op
zaterdag
leverden
ze
hun
weekproductie
in
bij
een
opzichter
en
ontvingen
daarvoor
wat
geld.
Met
zijn
werk
verdiende
een
kolonist
maximaal
drie
gulden
per
week.
Van
elke
gulden
kreeg
hij
28
cent
in
handen,
14
cent
was
bestemd
als
‘oververdienste’
(kosten
die
gemaakt
waren
voor
huisvesting
en
kleding)
en
de
rest
ging
naar
de
collectieve
voorzieningen.
Na
een
verblijf
van
minimaal
één
jaar
kon
een
hardwerkende
kolonist
zoveel
aan
oververdienste
opgespaard
hebben
dat
zijn
schulden
bij
de
Maatschappij
van
Weldadigheid
afgelost
waren,
en
mocht
hij
gaan.
Dit
had
een
opvoedkundige
bedoeling
want
de
kolonisten
konden
zo
de
deugden
ijver
en
spaarzaamheid
ontwikkelen.
De
meesten
slaagden
er
echter
niet
in
om
de
voor
hen
gemaakte
kosten
zo
snel
terug
te
verdienen.
Na
een
driejarige
heropvoeding
in
Veenhuizen,
kon
een
verpleegde
in
aanmerking
komen
voor
ontslag.
Met
een
klein
bedrag
aan
geld
trok
hij
weg,
in
de
hoop
een
nieuw
bestaan
op
te
bouwen
buiten
de
kolonie.
Vaak
was
dat
geen
succes,
omdat
niemand
de
ex-verpleegden
begeleidde
en
het
verblijf
in
Veenhuizen
niet
bepaald
een
aanbeveling
was
voor
het
vinden
van
werk.
Het
gebeurde dan ook regelmatig dat een verpleegde als zijn geld op was, verviel tot bedelarij, opgepakt werd en opnieuw gevangen gezet.
Veenhuizen
was
evenals
de
Ommerschans
een
mislukking
geworden.
Het
ideaal
van
de
stichter,
Johannes
Van
de
Bosch,
om
zwervers
en
armlastigen
op
te
voeden
tot
burgers
die
zelf
in
hun
levensonderhoud konden voorzien, was te hoog gegrepen. Na overname door de regering werd Veenhuizen een Rijkswerkinrichting en kwam het onder beheer van het Ministerie van Justitie.
De Bedelaarskolonie:
In
1820
bleek
er
naast
de
vrije
kolonie
ook
behoefte
te
bestaan
aan
koloniën
die
bestemd
konden
worden
voor
het
opnemen
van
personen
van
'minder
zedelijk
en
goed
gedrag'.
Daarmee
bedoelde
men
bedelaars
en
vagebonden
in
het
hele
land,
maar
ook
gezinnen
die
niet
bedelden,
maar
ook
niet
meer
waren
op
te
leiden
tot
een
zelfstandig
bestaan.
Voor
deze
categorie
behoeftigen
was
immers
geen
plaats
in
de
vrije
koloniën.
Voor
het
onderbrengen
van
deze
mensen
en
van
vondelingen
en
weeskinderen,
sloot
de
Nederlandse
regering
een
contract
met
de
Maatschappij
van
Weldadigheid.
Met
het
oog
hierop
bouwde
de
Maatschappij
in
1820
in
het
verlaten
fort
de
Ommerschans
een
van
de
grootste
gebouwen
van
het
toenmalige
Nederland.
Het
gebouw
van
zeker
100
bij
100
meter
telde
twee
verdiepingen
met
een
binnenplaats
met
om
het
gebouw
een
smalle
gracht
en
een
wal.
Delen
van
de
schans
werden
geslecht
en
geëgaliseerd
zodat
er
meer
ruimte
voor
gebouwen
was.
In
de
Ommerschans
werden
eerst
de
kolonisten
ondergebracht
die
zich
schuldig
maakten
aan
'zedeloosheid',
luiheid
of
brutaliteit,
en
vervolgens
-
na
een
landelijk bedelverbod - grote groepen bedelaars uit alle provincies.
Vanaf
1820
tot
1823
liep
het
niet
zo
hard
met
de
vestiging
van
bedelaars
in
de
onvrije
kolonie.
Totdat
in
1823
een
premie
op
het
hoofd
van
iedere
opgepakte
"bedelaar"
werd
gezet.
De
kolonie
vulde
zich
hierna
snel
totdat
er
zich
op
een
bepaald
moment
ongeveer
2.000
bedelaars
in
de
schans
bevonden.
De
druk
werd
zo
groot
dat
ook
in
Veenhuizen
een
gebouw
tot
bedelaarsgesticht
werd
ingericht.
De
mannen
en
vrouwen
waren
in
de
onvrije
kolonie
strikt
gescheiden,
zelfs
wanneer
men
getrouwd
was.
Dat
de
scheiding
toch
weer
niet
al
te
strikt
was,
mag
men
afleiden
uit
het
feit
dat
in
de
periode
dat
hier
mannen
en
vrouwen
samen
verbleven
er
in
totaal
550
kinderen
werden
geboren.
De
bedelaars
op
de
Ommerschans
moesten
hard
werken,
onder
andere
op
de
in
totaal
21
ontginningsboerderijen
in
de
omgeving.
De
kolonisten
die
hier
boerden
hadden
eerder
in
de
vrije
kolonie
al
bewezen
dat
ze
een
boerderij
aankonden.
Een
gebied
van
4
bij
2,5
kilometer
werd
zo
door
de
bedelaars
ontgonnen.
In
de
wintermaanden
werkte
men
in
de
werkplaatsen
in
de
schans
zelf.
Wie
niet
werkte
kreeg
praktisch
geen
geld
en
moest
maar
zien
hoe
hij
aan
extra
eten
kwam.
Naast
het
grote
hoofdgebouw
kende
de
Ommerschans
daarbuiten
ook
andere
gebouwen
zoals een katholieke en een hervormde kerk, een school, gevangenis, ziekenhuisje en een eigen begraafplaats met lijkenhuisje.
In
1859
werd
de
kolonie
overgenomen
door
de
regering
wegens
financiële
problemen.
In
1893
werd
de
kolonie
opgeheven
en
verdwenen
de
laatste
bewoners
naar Veenhuizen. In 1870 waren de vrouwen en kinderen reeds overgeplaatst.
Overzicht stichting en nummering vrije kolonies
In volgorde van oprichting:
Kolonie 1, Frederiksoord, de proefkolonie met 52 hoeves, gesticht najaar 1818
Kolonie 2, Frederiksoord-2, 50 hoeves aan de andere kant van de Vledderweg, gesticht eind 1819 en begin 1820
Kolonie 3, Willemsoord, 100 hoeves op het Steenwijkerwoldeheideveld, provincie Overijssel, gesticht voorjaar 1820
Kolonie 4, Wilhelminaoord, 100 hoeves ten noorden van Frederiksoord, gesticht voorjaar 1821
Kolonie
5,
Ommerschans,
de
grote
hoeves
op
de
gronden
rond
de
vesting
werden
kolonie
5
genoemd
of
Ommerschans-Buiten.
In
de
vesting
waren
gevestigd
de
strafkolonie en het bedelaarsgesticht, samen vaak aangeduid als Ommerschans-Binnen. In 1859 werd dit alles overgenomen door de staat.
Kolonie
6,
Oost
en
West
Vierde
Parten,
ongeveer
100
hoeves,
waarvan
enkele
in
de
provincie
Friesland,
op
de
gronden
van
de
Steggerder
Compagnie,
gesticht
1821-1822
Kolonie 7, Boschoord of Wateren of Doldersumsche veld, bestaande boerderijen en enkele nieuwe hoeves, gesticht 1822-1823
Hernummering kolonies 1823
- April 1823 worden kolonie 1 en kolonie 2 administratief tot Frederiksoord 1&2 samengevoegd, in de stukken vaak aangeduid als kol 1&2.
Hernummering kolonies 1825
- Vanaf 1825 wordt Frederiksoord 1&2 en een deel van Wilhelminaoord omgedoopt tot kolonie 1, Frederiksoord.
- De rest van Wilhelminaoord, Oost Vierde Parten en Boschoord worden dan samen kolonie 2, Wilhelminaoord.
- Tegelijk komt West Vierde Parten bij Willemsoord wat verder als kolonie 3, Willemsoord door het leven zal gaan.
Maatje
Kaashoek
,
geboren
op
14
december
1798
in
St.
Maartensdijk,
dochter
van
Adriaen
Kaashoek
en
Catharina
Poot,
kleindochter
van
Anthony
Kaashoek
en
Kaatje
Tichon,
gedoopt
op
16
december
1798
in
St.
Maartensdijk.
Maatje
is
overleden
op
2
september
1830
in
Veenhuizen
(Ommerschans),
31
jaar
oud.
Maatje
trouwde,
24
jaar,
op
16
juni
1823
in
St.
Maartensdijk,
met
Cornelis
Beeke
,
25
jaar,
zoon
van
Willem
Beeke
en
Josina
Jacobse
Vermaas.
Cornelis
is
geboren
op
26
mei
1798
in
St.
Maartensdijk
en
is
overleden
op
22
januari
1831
in
Veenhuizen
(Ommerschans), 32 jaar oud.
Kinderen van Maatje en Cornelis:
1.1.
Katharina
Beeke,
geboren
op
23
november
1823
in
St.
Maartensdijk,
gedoopt
op
14
december
1823
in
St.
Maartensdijk.
Katharina
is
overleden
op
6
november
1830
in
Veenhuizen
(Ommerschans), 6 jaar oud.
1.2. Josina Beeke, geboren in maart 1827 in Scherpenisse. Josina is overleden op 10 september 1828 in Scherpenisse, 1 jaar oud.
1.3. Adriana Beeke, geboren op 15 februari 1829 in Scherpenisse. Adriana is overleden op 25 juni 1830 in Veenhuizen (Ommerschans), 1 jaar oud.
1.4. Willem Beeke, geboren op 14 maart 1830 in Ommerschans. Willem is overleden op 6 augustus 1830 in Veenhuizen (Ommerschans), 4 maanden oud.
†
Maatje, Cornelis en de kinderen Katharina, Adriana en Willem liggen begraven op de begraafplaats in Ommerschans.
Izaak
Page
is
geboren
op
31
maart
1845
in
St.
Annaland,
zoon
van
Izaak
Page
en
Kaatje
Gunst.
Izaak
is
overleden
op
22
april
1894
in
Veenhuizen,
49
jaar
oud.
Izaak
(1)
trouwde,
20
jaar,
op
29
september
1865
in
St.
Annaland
met
Jannetje
van
Dijke,
18
jaar,
dochter
van
Jan
Rochus
van
Dijke
en
Pieternella
van
der
Slikke
.
Jannetje is geboren op 9 oktober 1846 in St. Annaland en is aldaar
overleden op 13 oktober 1872, 26 jaar oud.
Izaak
(2)
hertrouwde,
28
jaar,
op
26
november
1873
in
Middelburg
met
Jansje
Oberliese,
28
jaar,
dochter
van
Johannes
Oberliese
en
Pieternella
van
Stavanger
.
Jansje is geboren op 22 februari 1845 in Vlissingen en
is overleden op 23 juni 1886 in Middelburg, 41 jaar oud.
17 mei 1892: opgepakt en in de gevangenis gezet in Den Bosch als landloperij, en kreeg 12 dagen hechtenis dagen later,
op 2 juni 1892 is Izaak aangekomen in Veenhuizen, ter oprechting in het Eerste gesticht en is daar na 22 maanden overleden.
Kenmerken uiterlijk:
lengte:1,67
haar: bruin
wenkbrauwen: idem
voorhoofd: hoog
ogen: blauw
neus: stomp
mond: gewoon
kin: idem
baard: bruin
aangezicht: ovaal
bijzonderheden: weduwnaar
Maria
Moeliker
is
geboren
op
28
november
1827
in
Colijnsplaat,
als
een
van
een
tweeling
Marina,
die
na
13
dagen
is
overleden
op
11
december
in
Colijnsplaat.
Maria
is
op
28
januari
1848
overleden in het derde gesticht van Veenhuizen overleden, 20 jaar oud.
Maria
is
een
dochter
van
Kornelis
Moeliker,
(geboren
op
20
juni
1802
in
St.
Annaland
en
is
aldaar
overleden
op
20
januari
1857,
54
jaar
oud)
en
van
Cornelia
Faasse
(Fase),
(geboren
op
5
oktober
1797 in St. Annaland en is overleden op 16 april 1832 in St. Annaland, 34 jaar oud).
Jan
van
Agteren
,
sr.
wordt
aangeduid
als
‘Jan
sr.
van
Agteren’
kolonistenvader,
herkomst:
Hoogeveen.
Religie:
hervormd.
Aankomst
in
Kolonie
III,
Willemsoord,
Steggerda,
nr.
156.
Jan
van
Achteren,
geboren
in
1783
in
Hoogeveen,
zoon
van
Jan
Jans
van
Agteren
(Achteren)
en
Geesje
Berends
Koops.
Jan
is
overleden
op
6
april
1824
in
Willemsoord,
41
jaar
oud.
Jan
trouwde,
25
jaar,
in 1808 in Hoogeveen, met Aaltje Prinsen, 21 jaar, dochter van Gesina Prinsen. Aaltje is geboren op 15 mei 1787 in Avereest en is overleden op 17 november 1830 in Willemsoord, 52 jaar oud.
Kinderen van Jan en Aaltje:
1.1.
Geesje
van
Achteren,
geboren
op
29
november
1809
in
Hoogeveen,
dochter
van
Jan
van
Agteren
en
Aaltje
Prinsen.
Geesje
is
overleden
op
23
maart
1883
in
Willemsoord,
73
jaar
oud.
Geesje trouwde, 20 jaar, op 21 mei 1829 in Willemsoord, met Jan Brands, 28 jaar, zoon van Jan Brands en Aaltje de Vries. Jan is gedoopt op 20 februari 1901 in Groningen.
Kinderen van Geesje en Jan:
1.1.1.
Aaltje
Brands,
geboren
op
3
november
1829
in
Willemsoord,
dochter
van
Geesje
van
Achteren
(1.1)
en
Jan
Brands.
Aaltje
is
overleden
op
30
november
1905
in
Basse
(Steenwijkerwold),
76
jaar
oud.
Aaltje
trouwde,
23
jaar,
op
31
december
1852
in
Steenwijkerwold,
met
Cornelis
Onrust,
29
jaar,
zoon
van
Wiechert
Onrust
en
Neeltje
Kaper.
Cornelis
is geboren op 26 maart 1823 in Koog a/d Zaan en is overleden op 13 maart 1876 in Uvinge (Steenwijkerwold), 52 jaar oud.
Kinderen van Aaltje en Cornelis:
1.1.1.1.
Wichert
Onrust,
geboren
op
9
maart
1855
in
Steenwijkerwold,
zoon
van
Aaltje
Brands
(1.1.1)
en
Cornelis
Onrust.
Wichert
is
overleden
op
19
augustus
1920
in
Assen,
65
jaar oud. Wichert trouwde, 38 jaar, op 19 januari 1894 in Smilde, met Marchien de Weerd, 38 jaar, dochter van Jacob de Weerd en Arentien Ekkelkamp. Marchien is geboren op 9
maart 1855 in Assen en is aldaar overleden op 16 maart 1926, 71 jaar oud.
1.1.1.2.
Geesje
Onrust,
geboren
op
3
juni
1858
in
Steenwijkerwold,
dochter
van
Aaltje
Brands
(1.1.1)
en
Cornelis
Onrust.
Geesje
trouwde,
27
jaar,
op
12
december
1885
in
Weststellingwerf, met Jan Yben, 44 jaar, zoon van Frens Yben en Geesje Yben. Jan is geboren op 4 januari 1841 in Steenwijkerwold.
1.1.1.3. Neeltje Onrust, geboren op 6 februari 1861 in Steenwijkerwold en is aldaar overleden op 23 juni 1862, 17 maanden oud.
1.1.1.4. Neeltje Onrust, geboren op 6 november 1862 in Steenwijkerwold en is aldaar overleden op 22 november 1872, 10 jaar oud.
1.1.1.5. Hendrika Onrust, geboren op 8 januari 1865 in Steenwijkerwold en is aldaar overleden op 13 juli 1867, 2 jaar oud.
1.1.1.6. Jan Onrust, geboren op 15 februari 1867 in Steenwijkerwold en is aldaar overleden op 29 april 1887, 20 jaar oud.
1.1.1.7.
Cornelis
Onrust,
geboren
op
27
janauri
1870
in
Steenwijkerwold,
zoon
van
Aaltje
Brands
(1.1.1)
en
Cornelis
Onrust.
Cornelis
is
overleden
op
13
september
1940
in
Marijenkampen
(Steenwijkerwold),
70
jaar
oud.
Cornelis
trouwde,
33
jaar,
op
25
juli
1903
in
Steenwijkerwold,
met
Marrigje
Zomermaand,
18
jaar,
dochter
van
Marten
Zomermaand en Johanna Bakker. Marrigje is geboren op 16 september 1884 in Steenwijkerwold en is aldaar overleden op 7 april 1963, 78 jaar oud.
1.1.1.8. Neeltje Onrust, geboren op 15 juli 1873 in Steenwijkerwold en is aldaar overleden op 13 juli 1874, 1 jaar oud.
1.1.2. Jantien Brands, geboren op 18 april 1832 in 1832 in Willemsoord en is aldaar overleden op 24 november 1851, 19 jaar oud.
1.1.3.
Margareta
Brands,
geboren
op
23
november
1834
in
Willemsoord,
dochter
van
Geesje
van
Achteren
(1.1)
en
Jan
Brands.
Margaretha
is
overleden
op
5
maart
1924
in
Deventer,
89
jaar
oud.
Margareta
trouwde,
28
jaar,
op
15
mei
1863
in
Steenwijkerwold,
met
Reitze
Boelsma,
31
jaar,
zoon
van
Harmen
Reitses
Boelsma
en
Petertjen
Jacobs
Keizer.
Reitze
is
geboren op 18 februari 1832 in Kuinre en is aldaar overleden op 30 maart 1912, 80 jaar oud.
1.1.4.
Gesina
Brands,
geboren
op
24
augustus
1837
in
Willemsoord,
dochter
van
Geesje
van
Achteren
(1.1)
en
Jan
Brands.
Gesina
is
overleden
op
16
februari
1910
in
Vledder,
72
jaar
oud.
Gesina
trouwde,
38
jaar,
op
15
januari
1876
in
Steenwijkerwold,
met
Dirk
de
Ruiter,
40
jaar,
zoon
van
Minne
Hanzes
de
Ruiter
en
Higje
Koerts
Oosterloo.
Dirk
is
geboren
op
30
juli 1835 in Paasloo en is overleden op 14 juli 1907 in Frederiksoord, 71 jaar oud.
1.1.5. Jan Brands, geboren op 28 mei 1840 in Willemsoord.
1.1.6. Hendrika Brands, geboren op 21 september 1843 in Willemsoord.
1.1.7. Poulus Brands, geboren op 7 april 1846 in Willemsoord.
1.1.8. Trientje Brands, geboren op 10 april 1849 in Willemsoord.
1.1.9. Jantien Brands, geboren op 18 april 1852 in Willemsoord.
1.2.
Gesina
van
Achteren,
geboren
op
26
november
1814
in
Hoogeveen,
dochter
van
Jan
van
Agteren
en
Aaltje
Prinsen.
Gesina
is
overleden
op
2
december
1880
in
Willemsoord,
66
jaar
oud.
Gesina
trouwde,
20
jaar,
op
25
juni
1835
in
Willemsoord,
met
Karel
Lodewijk
van
der
Kleij,
27
jaar,
zoon
van
Gijsbert
van
der
Kleij
en
Catharina
Adams.
Karel
is
geboren
op
5
juli
1807
in Delft en is overleden op 23 april 1881 in Willemsoord, 73 jaar oud.
Kinderen van Gesina en Karel:
1.2.1. Gijsbertus Mattheus van der Kleij, geboren op 7 februari 1836 in Willemsoord.
1.2.2. Alida Gezina van der Kleij, geboren in 1837 in Willemsoord.
1.2.3.
Mattheus
Philippus
van
der
Kleij,
geboren
op
27
februari
1839
in
Willemsoord,
zoon
van
Gesina
van
Achteren
(1.2)
en
Karel
Lodewijk
van
der
Kleij.
Mattheus
is
overleden
op
20
januari
1892
in
Steenwijk,
52
jaar
oud.
Mattheus
trouwde,
37
jaar,
op
22
april
1876
in
Steenwijk,
met
Derkje
Prins,
30
jaar,
dochter
van
Jan
Prins
en
Maartje
de
Groot.
Derkje
is
geboren op 8 augustus 1845 in Hellendoorn en is overleden op 30 juli 1891 in Steenwijk, 45 jaar oud.
Mattheus
(1.2.3)
hertrouwde,
52
jaar,
op
2
oktober
1891
in
Steenwijk,
met
Geertje
Ebink,
46
jaar,
dochter
van
Gerrit
Ebink
en
Hendrika
Heinhuis.
Geertje
is
geboren
op
3
juli
1845
in
Steenwijk en is aldaar overleden op 29 juni 1923, 77 jaar oud.
1.2.4. Jan van der Kleij, geboren op 19 oktober 1840 in Willemsoord en is aldaar overleden op 21 december 1843, 3 jaar oud.
1.2.5. Karel Lodewijk van der Kleij, geboren op 19 oktober 1840 en is aldaar overleden op 30 november 1840, 7 weken oud.
1.2.6. Dina Elisabeth van der Kleij, geboren op 1 november 1841 in Willemsoord en is aldaar overleden op 8 oktober 1843, 23 maanden oud.
1.2.7. Dina Elisabeth van der Kleij, geboren op 5 juni 1844 in Willemsoord en is aldaar overleden op 18 februari 1845, 9 maanden oud.
1.2.8. Catharina van der Kleij, geboren op 14 februari 1846 in Willemsoord en is aldaar overleden op 21 februari 1846, 7 dagen oud.
1.2.9. Jan van der Kleij, geboren op 12 juli 1847 in Willemsoord en is overleden op 7 februari 1904 in Zuidwolde, 56 jaar oud.
1.2.10. Catharina van der Kleij, geboren op 23 oktober 1849 in Willemsoord en is overleden op 5 november 1905 in Delft, 56 jaar oud.
1.2.11. Hendrikus van der Kleij, geboren op 25 juli 1853 in Willemsoord.
1.2.12. Carel Lodewijk van der Kleij, geboren op 25 juli 1857 in Willemsoord.
1.3. Hendrikus van Achteren, geboren op 29 februari 1820 in Hoogeveen, gedoopt op 1 maart 1820 in Hoogeveen en is aldaar overleden op 25 maart 1821, 1 jaar oud.
1.4.
Hendrika
van
Achteren
is
geboren
op
31
januari
1822
in
Hoogeveen,
dochter
van
Jan
van
Agteren
en
Aaltje
Prinsen.
Hendrika
is
overleden
op
12
augustus
1860
in
Hoogeveen,
38
jaar
oud.
Hendrika
trouwde,
23
jaar,
op
29
juli
1845
in
Steenwijkerwold
met
Cornelis
Zuidgeest,
23
jaar,
zoon
van
Johannes
Zuidgeest
en
Gijsje
Goedhart.
Cornelis
is
geboren
op
28
december
1820 in Delft en is overleden op 13 december 1857 in Willemsoord, 36 jaar oud.
Kinderen van Hendrika en Cornelis:
1.4.1. Gijsje Zuidgeest, geboren op 9 december 1846 in Frederiksoord en is overleden op 12 november 1864 in Hoogeveen, 17 jaar oud.
1.4.2. Johannes Zuidgeest, geboren op 6 februari 1849 in Frederiksoord.
1.4.3. Adrianus Cornelis Zuidgeest, geboren op 12 november 1851 in Frederiksoord en is overleden op 12 mei 1863 in Klijne Kerksteeg (Hoogeveen), 11 jaar oud.
1.4.4. Henderikus Zuidgeest, geboren op 9 december 1854 in Frederiksoord.
1.4.5. N.N. Zuidgeest, levenloos geboren zoon, op 27 april 1857 in Frederiksoord.
1.4.6. Cornelis Zuidgeest, geboren op 19 april 1858 in Frederiksoord.
1.5.
Hendrikus
van
Achteren
is
geboren
op
26
april
1823
in
Hoogeveen,
zoon
van
Jan
van
Agteren
en
Aaltje
Prinsen.
Hendrikus
is
overleden
op
25
januari
1869
in
Vledder,
45
jaar
oud.
Hendrikus
trouwde,
31
jaar,
op
30
juni
1854
in
Vledder
met
Geertruida
Kremer,
36
jaar,
dochter
van
Ede
Kremer
en
Trijntje
Huizinga.
Geertruida
is
geboren
op
16
oktober
1817
in
Zuidbroek.
1.6.
Jan
van
Achteren
is
geboren
op
2
juni
1824
in
Westellingwerf
(Ruinen),
zoon
van
Jan
van
Agteren
en
Aaltje
Prinsen.
Jan
is
overleden
op
24
november
1887
in
Ruinen,
63
jaar
oud.
Jan
trouwde,
33
jaar,
op
20
juni
1857
in
Ruinen,
met
Martien
Hendriks
Roelofs,
34
jaar,
dochter
van
Hendrik
Jans
Roelofs
en
Femmigje
Hendriks
Diphoorn.
Martien
is
geboren
op
21
februari
1823 in De Wijk (Ruinen) en is aldaar overleden op 25 april 1906, 83 jaar oud.
Kind van Jan en Martien:
1.6.1.
Jan
van
Achteren,
geboren
op
15
juni
1858
in
Stuifzand
(Ruinen),
zoon
van
Jan
van
Achteren
(1.6)
en
Martien
Hendriks
Roelofs.
Jan
is
overleden
op
29
oktober
1945
in
Beilen,
87
jaar
oud.
Jan
trouwde,
24
jaar,
op
3
maart
1883
in
Ruinen,
met
Jantje
Annen,
25
jaar,
dochter
van
Berend
Annen
en
Catharina
Post.
Jantje
is
geboren
op
14
augustus
1857
in
Achterom (Hoogeveen) en is overleden op 6 juni `1923 in Beilen, 65 jaar oud.
Kinderen van Jan en Jantje:
1.6.1.1. Marchje van Achteren, geboren op 3 september 1883 in Tiendeveen.
1.6.1.2. Berend van Achteren, geboren op 27 november 1886 in Tiendeveen.
1.6.1.3. Jan van Achteren, geboren op 5 februari 1891 in Tiendeveen.
1.6.1.4. Catharina van Achteren, geboren op 12 september 1893 in Tiendeveen.
1.6.1.5. Jantje van Achteren, geboren op 20 februari 1897 in Wijster.
De begraafplaats van Veenhuizen werd cynisch het Vierde gesticht genoemd. Het kerkhof ligt ver buiten het dorp en de gestichten.
Een gedicht van Ruurd Faber: (uit: Veenhuizen, één, tweeie).
Acht lotgenoten bewezen hem de laatste eer
en lieten hem in de diepe zandkuil neer.
De dominee bad het Onze Vader aan zijn graf
de administratie voerde hem van de sterkte af.
In een zwartgeverfde, vurenhouten kist
Rust hij nu, die door niemand wordt gemist.
Op het ‘vierde’ kwam er weer een bij
‘t werd nummer tien op de zesde rij.